Blog
Naar Homepage

 *** Clown Jip online ***

 

Born2B - Voor een goed gevoel!

In deze rubriek kun je mijn over-van-alles-en-nog-wat-gedachtenspinsels lezen.

 

 

LA VIE

 

C’est la vie

Het ligt eraan hoe je het bekijkt

en wat je erin zie

C’est la vie

Zie er wat in of nie…

 

‘Uit het hart’, Saskia Mes-Born

 

 

Volg Born2B Schrijven voor het laatste nieuws en acties:

www.facebook.com/cadeaubundel

 

 

Boekreviews, interviews, blogs voor mommyonline.nl

 

 

 

 

 

saskiabornmes@gmail.com

06-41425310

 

 

 

Verslagje uit het leven van één van de vele positief geteste mensen

 

Vorige week was ruim meer dan de helft van de klas van mijn dochter (op de basisschool) besmet met het corona virus. Zo ook mijn dochter.

Ondanks dat ik gevaccineerd ben, lette ik vanaf dat moment op eventuele klachten. Twee dagen na haar positieve test, kreeg ik een heel klein mini kriebeltje in mijn keel. Even een zelftest doen, zo gepiept: negatieve uitslag.

Na die twee dagen was het kriebeltje verdwenen maar ik kreeg meer slijm in mijn keel. Dan nog maar een keer een zelftest doen: wederom negatief.

Die nacht had ik wat hoofdpijn en vond het nu toch wel erg verdacht worden.

's Morgens was de hoofdpijn nog erger. Alsof ik plotseling een voorholteontsteking had zonder verkouden te zijn en mijn ogen knalden zowat van pijn uit mijn hoofd. Weer een zelftest gedaan: negatief.

 

Maar ja. Gezien de vele COVID-besmettingen in mijn dochters klas, inclusief

zij zelf, voelde ik toch 'corona-nattigheid'.
Een afspraak voor een test bij de GGD was zo gemaakt.

 

Dezelfde avond, toen ik inmiddels rilde in mijn bed van de koorts, was de uitslag bekend. Gevaccineerd en met een gezonde leefstijl testte ik positief, terwijl de zelftest van die morgen nog een negatieve uitslag aangaf.
Na één avond flinke koorts en de volgende dag nog verhoging en verlies van smaak en reuk (echt geen lol meer aan om te eten...) is het verder mild verlopen, maar ben er wel degelijk ziek van geweest. Net als mijn dochter.

Ik ben blij dat ik gevaccineerd ben, want wie weet hoe grillig het virus me anders in zijn greep had gehouden.
Ook ben ik blij dat ik me heb laten testen bij de GGD, zodat ik het virus niet klakkeloos verder heb kunnen verspreiden.



 

 

De dichtbij-samenleving versus de anderhalve-meter-samenleving

 

Als ik tegenwoordig ergens loop, ontwijk ik zoveel mogelijk mensen die langs me heen scheren. Tot half maart rende ik weleens in de waan van de dag langs iemand of hing boven een vakkenvuller om iets te pakken. Niks bijzonders aan verder. Toen nog. Nu kan dit niet meer omdat we in de ban zijn van het besmettelijke en verstikkende coronavirus. De dichtbij-samenleving is ingeruild voor de anderhalve-meter-samenleving.

 

Afgelopen weken houd ik dan ook mijn omgeving nauwlettend in de gaten om minstens 1,5 meter afstand te houden. Ik hoop maar dat dit verstikkende virus geen Olympische verspringer is om alsnog over te springen. Of dat ik per ongeluk in een wolk met zwevende microvirusdeeltjes loop.

 

Vanmorgen deed ik een boodschap en was zo doende weer met de 1,5 meter afstand houden bezig. Toen ik zo heen en weer zigzagde zodat ik iedereen kon ontwijken om maar op die veilige afstand te blijven, popte spontaan een oefening op die we regelmatig deden op de Clown vakopleiding. In die oefening gaat het erom dat je als groep door de lege ruimte loopt. In die ruimte mogen geen ‘gaten en lege plekken’ vallen. Een oefening voor de concentratie en om in het ‘hier en nu’ met je gedachten en de ander te zijn. In het begin is het goed opletten waar je loopt en waar de anderen zijn. Hoe langer deze oefening duurt, hoe gemakkelijker en natuurlijker dit gaat. Mijn ervaring is dat het iets positiefs deed met de groepsdynamiek en een positief effect had op ieder apart.

De 1,5 meter afstand houden, geeft me dit gevoel van deze oefening terug.

 

Als iedereen de ruimte op deze manier in zou vullen als in deze oefening, zou het dan een leukere en meer ontspannen anderhalve-meter-samenleving zijn?

Ach. Het is zomaar een gedachte en het maakt mij blij in deze coronacrisis. Er zijn genoeg dingen die niet fijn zijn in deze niet te bevatten tijd. Maar om daar nu alleen maar op te focussen… Dan kan je beter in bed blijven liggen met de dekens over je heen en er niet meer uit te komen. Dat helpt zeker niet. Het is een gegeven dat de dichtbij-samenleving nog erg ver weg is.

 

Doe je mee met deze oefening om de lege gaten op te vullen zodat we een evenwichtigere en leukere anderhalve-meter-samenleving krijgen? Er is voor iedereen plek, het kost niks en het levert een beetje plezier op.

 

Voor nu in ieder geval veel gezondheid gewenst!

 

© Saskia Mes-Born, april 2020

Vrolijke Frans

 

‘Wat doe jij voor werk?’, vraagt de dame naast me met wie ik zojuist een Provençaalse rijstschotel heb gemaakt. Dat was de opdracht bij de kookworkshop die ik volg. Ze verwacht  waarschijnlijk dat ik zeg dat ik op kantoor werk. Vast en zeker is ze niet voorbereid op wat ik haar nu ga antwoorden. In het verleden voelde ik hierover vaak wat schroom. Inmiddels ben ik er trots op. Ik slaak een diepe zucht en bereid me voor op haar reactie. ‘Ik werk als clown’, zeg ik. Spontaan verslikt ze zich in de slok wijn die ze net nam. Ik geef haar een klopje op haar rug. Dat helpt nauwelijks. Ik zie haar steeds roder aanlopen. In gedachten bereid ik me alvast voor op de Heimlich greep want misschien zitten er stukjes bosui en paprika van de rijstschotel in haar luchtpijp. Terug naar de realiteit.
Ik. Heb. Dringend. Water. Nodig. Onze andere buurvrouw is er sneller bij en geeft haar gelukkig snel een glas wijn. Het lijkt beter met haar te gaan. Voordat ik er erg in heb, grist ze mijn glas wijn weg. Nou ja. Beter dat, dan dat ze stikt. Als ze weer lucht heeft, is het eerste wat ze zegt. ‘Wat lijkt het me vermoeiend om altijd maar vrolijk te zijn!’ terwijl haar nog net een boer ontglipt. Voordat ik kan antwoorden, vraagt ze me of ik nog een wijntje voor haar wil halen. Vooruit dan maar. Voel me toch verantwoordelijk voor de benarde situatie waarin ze net zat. Ze grist weer de wijn uit mijn handen en zet het glas direct aan haar getuite lippen. Een paar slokken verder, wil ze nu toch een antwoord ‘Nouhou? Is dat dan zo? Dat het zo vermoeiend is om altijd maar vrolijk te zijn als clown!’, zegt ze ongeduldig. ‘Euh…geen mens is toch altijd vrolijk en dat geldt ook voor mij als ik als clown aan de slag ben……’, reageer ik. ‘Oh’, zegt ze en ze schiet vol. ‘Ik voel me vaak verdrietig en verre van vrolijk. Ik slik er zelfs pillen voor’, bekent ze me. Ik sla mijn arm om haar heen en troost haar dat het soms, zeker met social media, net lijkt alsof iedereen altijd vrolijk is. Maar schijn bedriegt. Was ik hier nu maar als clown. Dan had ik op mijn Ukelele een liedje voor haar gespeeld om haar op te vrolijken.

 

© Saskia Mes-Born

 

 

Waarom? Daarom!

 

'Hello I'm an exercise teacher' Hi, I am Jip, zullen we wat ‘exercises’ doen ? No, that is not possible. Wat kan ik dan wel doen voor ‘exercises’?’, vraagt Jip. ’Skiën: bukken door benen met billen naar achter….’

Zo begon laatst een bezoekje toen Jip binnenkwam. Na wat ‘skie-oefeningen’ gedaan te hebben, speelt ze een liedje op de Ukelele. Er zingen en swingen mensen direct mee.

‘Dat liedje dat je nu speelt, is van net na de oorlog. Ik krijg er gewoon tranen van in mijn ogen’, zegt een meneer.

 

‘Dat liedje ken ik....’ en de vrouw die eerst in de deuropening stond, komt nu al dansend binnen.

Er is spontaan een soort feestje ontstaan, zonder dat er iemand jarig is.

En bij een feest hoort iets lekkers natuurlijk... Jip vraagt of er een advocaatje met slagroom te bestellen is. Anders komt er een staking aan: ‘Ik staak, zonder advocaat', grapt Jip.

Een staking is niet nodig want want de aardige begeleidster pakt flessen advocaat en slagroom!

Iedereen smult van het advocaatje terwijl Jip nog maar eens een lied zingt: 'Zo'n advocaatje doet je goed en je kan lekker genieten zonder dat er iets moet.....'

Zo nu en dan vraag ik mezelf weleens af, waarom werk ik eigenlijk als clown, waarom een rode neus op?

Na zo’n bezoek weet ik het weer…… DAAROM!

 

© Saskia Mes-Born

 

 

Als je haar maar goed zit

 

Dik, krullend, fijn, dun, golvend, weinig, veel, blond, bruin, kroes, steil, rood en grijs haar. Zoveel mensen, zoveel verschillende haarbossen. Ik val in de categorie: fijn haar. Zo fijn vind ik dat eerlijk gezegd niet. Mijn hele leven droom ik al van dik golvend of krullend haar. Maar helaas pindakaas, dat blijft een droom. Ach ja, er zijn ergere dingen natuurlijk, dat weet ik wel. Maar toch…. ‘Als je haar maar goed zit’, is niet voor niks zo’n gevleugelde uitspraak.

Tja. Het is ook nooit goed. Iemand met een bos met krullen wil het persé glad en steil en diegene met het steile haar wil een weelderige bos met krullen.

Maar…gelukkig bestaan er kappers! Nou ja. Van sommige kappers word je gelukkig en van sommige juist diep ongelukkig.

Jarenlang kwam ik bij dezelfde kapper en ik was een erg gelukkige klant. We begroetten elkaar met twee zoenen. Hij knipte goed en dacht met me mee. Hij luisterde ook nog eens naar mijn perikelen, twijfels en onzekerheden. Niks was hem te veel. Ik kreeg de allerlekkerste zelf gebakken koekjes en taart met heerlijke exotische drankjes. We bekeken elkaars foto’s van vakanties naar verre oorden. Er hing een fijne sfeer in de salon met een gezellig achtergrondmuziekje (altijd anders, want dat lag maar aan zijn stemming). Toen hij trouwde, ben ik nog op het op stadhuis geweest. Na al die jaren heb ik een vriendschappelijke band met hem opgebouwd. Hij heeft mijn verschillende carrière switchen meegemaakt; van kantoorbaan naar het werken met kinderen en nu als clown Jip. Ook heeft hij mijn zwangerschappen meegemaakt en dat mijn haar – lucky me ! - er dikker op werd. Ja, ik kan wel zeggen dat we elkaar goed hebben leren kennen. Ik was een hele blije en trouwe klant (ook wat de centen betreft).

Twee verhuizingen en kinderen verder bleef ik nog trouw komen naar mijn vriend de kapper (ondanks dat het inmiddels ruim een half uur reizen was). Toch ben ik - met pijn in mijn hart - een tijdje terug op zoek gegaan naar een kapper in de buurt. Met twee jonge kinderen heb ik het drukker dan ooit en is elke vrije seconde me lief. ‘Even een andere kapper’ is gemakkelijk gezegd maar minder gemakkelijk - naar tevredenheid - gedaan…

En wat heb ik mijn vriend de kapper gemist zeg tijdens mijn zoektocht!

Ik ging rondneuzen en informeren bij een kapper in de buurt. Een beetje mysterieus deed men toen ik van voren vroeg naar de kosten. ‘Nou ja, niet zo achterdochtig en heb een beetje vertrouwen,’ sprak ik mezelf streng toe en ik prikte een datum.

Toen ik verscheen op de afspraak, zaten er al 3 klanten in de salon. Een vrouw – een vaste klant - commandeerde haar kapster om nu eindelijk eens te gaan beginnen want ze wachtte al 20 minuten. Begrijpelijk, want wachten is niet fijn. Maar op zo’n toon hoeft dat nu ook weer niet, dacht ik toen. Afijn, ook ik was pas na een half uur aan de beurt. Wat ik wilde? Tja. Wat is er mogelijk met mijn bosje (ik was verwend met vorige kapper dat-ie met me meedacht)?

Kleurtje erin? Ja gezellig hoor. Van alles werd er door verschillende kapsters gedaan met mijn haar: de één waste, de ander knipte, nog een ander kleurde, weer een ander spoelde (en smeerde me nog een maskertje aan) en de laatste ander pakte de spiegel om me het resultaat te laten zien. Tadaa!

Voordat ik kon reageren, sleurde weer een andere kapster me uit de kappersstoel. Ze sleepte me mee naar de kassa en zei koelbloedig: ‘dat is dan 120 euro!’ ‘Wat?! U bedoelt zeker 20 euro,’ zei ik op mijn aller grappigst. Nee.’ De kapster nam een slok champagne (of was het appelsap?) uit het glas dat naast haar stond. Ze glimlachte op een zakelijk manier naar me om vervolgens nog eens geduldig en op haar gemak luid en duidelijk te herhalen dat het bedrag H-O-N-D-E-R-D TWINTIG euro was. ‘Euh…kan ik ook een week of twee komen afwassen?’ mompelde ik terwijl ik de tranen achter mijn ogen voelde branden. Ik vond mijn haar opeens niet meer zo goed zitten. ‘Hallo mevrouw, komt er nog wat van!’ commandeerde ze me terwijl ze met haar vingers op de tafel trommelde van ongeduld. ‘Nou…uuhhh… Hoe bent u nu precies op dit bedrag uitgekomen?’ stamelde ik. ‘Dat heeft te maken met de tijd die we met u bezig zijn geweest,’ zei ze kattig en onvriendelijk.

Aha! Opeens snapte ik die ‘commanderende’ vaste klant. Zij wist dat ze sowieso uitgemolken zou worden door de factor ‘tijd’ en ze stak daar – heel begrijpelijk - een stokje voor.

Om niet nog meer van mijn kostbare tijd kwijt te zijn aan deze verknipte situatie, heb ik geen tijd meer verspild en heb ik zo snel als mogelijk betaald. Dag en tot nooit meer ziens, zonde van mijn tijd!

Weet je waar ik achter gekomen ben? Dat ze gelukkig nog bestaan! Kappers met een hart voor het haar van hun medemens, sfeer, tijd, persoonlijke aandacht en eerlijke tarieven. Ik heb eindelijk weer zo’n goudvinkje (net als mijn vorige kapper!) in de buurt gevonden.

Proost!  Op al dat soort kappers, zij zijn goud waard!

 

© Saskia Mes-Born

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pinnen als het nieuwe Zen

 

De bekende en gevleugelde uitspraak: ‘Geduld is een schone zaak’ is hip en ‘hot’ en wordt lekker opgepoetst in deze vliegensvlugge digitale prestatiemaatschappij met als norm ‘killerbody’s’, een altijd fris en fruitig (in de bladen gefotoshopt) uiterlijk, superfood en een suikervrij dieet. Het trainen van geduld is in wezen de kern van Mindfulness, Yoga, Tai Chi, Zen en vele andere in een razend tempo opkomende ‘onthaast-cursussen’ die je op elke hoek van de straat wel kunt vinden.

Weet je waar ik nu achter kwam? Dat pinapparaten ook zo met hun tijd mee gaan. Laatst nog. Ik stond in een lange rij met zeker 15 man voor me (vast een voetbalteam inclusief reserve spelers en ieder wilde natuurlijk apart afrekenen). Ik had nogal haast want tja: druk- druk- druk…en voor geduld of de zonnegroet geen tijd of zin. Elke seconde die voorbij tikte, voelde als een innerlijke tijdbom die op elk moment af kon gaan. Toen ik uiteindelijk aan de beurt was en ouderwets contant wilde betalen, bleek dat ik geen rooie eurocent bij me had. Noppes. Nada. Afijn, ik griste mijn pinpas uit mijn portemonnee die keurig netjes door de gleuf gleed. Maar mijn rebelse pinpas gooide zijn dikke kont in de krib met de boodschap: ‘Uw pas is onbruikbaar’. Argh…. Waar is mijn plastic zakje?! Ik voelde de hyperventilatie al opkomen. Maar niks te vinden in mijn linker jaszak! Intussen beval mijn rechter hersenhelft me streng om eens even relaxed aan te doen. Gewoon Zen. Zoals in dat artikel dat ik pas gelezen had. Iets met in- en uitademen. Door de neus in pffff … door de mond uit …..pfffff…pffffff, pffffffffff…..

Jeetje zeg, ik leek meer op een briesend paard dan dat ik op dat fotomodel in de lotushouding bij het bijbehorende artikel leek.

De aardige kassière met de allerliefste bruine ogen wreef mijn pinpas over haar jasje. Voilà. Hij deed het weer. Beveelt dat apparaat me om ‘Even geduld AUB’ te hebben. ‘NEE, NEE en nog eens NEE-HEE! Ik heb helemaal geen geduld. Weet jij wel wat ik allemaal nog moet doen, stomme pindoos!’ schreeuwde ik luidkeels en schaamteloos. De kassière vroeg of het wel helemaal goed met me ging en of ze misschien een glaasje water voor me kon halen of had ik liever een kopje warme chocolademelk met een toefje slagroom?

Al hyperventilerend en met een hoofd zo rood als een tomaat, griste ik het plastic zakje met appels erin van de band en begon erin te blazen. Tegelijkertijd tikte ik gauw mijn pincode in. De verkeerde. De pindoos beval me weer: ‘EVEN GEDULD AUB’. De kassière verspilde geen minuut en greep naar het brandblusapparaat waarmee ze preventief mijn oververhitte hoofd bluste. Toen ik het schuim uit mijn ogen wreef, kwam ik opeens bij mijn positieven. Ook herinnerde ik me de goede combinatie weer. ‘EVEN GEDULD AUB’ kwam er weer te staan. Opgetogen als ik was, had ik toch opeens ontzettend te doen met dat vernuftige apparaatje. Hoe kon ik nu boos op dat ding worden terwijl-ie me vriendelijk en beleefd vroeg of ik alsjeblieft even geduld had. Ik ontdooide ter plekke. Spontaan bood ik de kassière (en iedere klant achter me) persoonlijk mijn excuus aan voor mijn ongeduldige wangedrag. Ter plekke legde ik de eed  ‘ik haast-me-niet-meer-over-de-kop’ af en bracht het meteen in de praktijk. Mijn hyperventilatie was nu ook over en ik raapte de appels van de grond om ze in het plastic zakje terug te doen en weer op de band te leggen. Terwijl ik dit alles deed, stelde ik me voor dat ik dobberde in een bootje op zee met het zonnetje op mijn bolletje met natuurlijk een aangenaam briesje.

Mijn nieuwe vriend en allerliefste ‘Goeroe van Geduld’ (de pindoos) wilde inmiddels antwoord of het gelukt was. Oh nee…. Wacht nog maar eventjes op me want ik heb gewoon nog wat meer tijd nodig. In de flow en met een rustige en vloeiende beweging tikte ik dan ook rustig en kalm de NEE-knop in (moest wel weer opnieuw mijn pincode intikken dat ik dit keer geduldig deed). En ja hoor, kwam-ie weer: Even geduld a.u.b. Mooi zo! Waar was ik ook alweer gebleven? …dat lekkere briesje door mijn haren… Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik nog wel een paar keren op de – NEE- knop heb moeten drukken omdat ik gewoon nog wat meer geduld nodig had voor in mijn dagelijkse leven. Toen ik uiteindelijk zwom in een oase van rust en me als herboren en geduldig voelde, drukte ik pas op de – JA-  knop. En weet je wat nu het aller allerleukste was? Dat mijn liefste nieuwe beste vriend en ‘Goeroe van Geduld’ me direct beloonde met de boodschap ‘GESLAAGD’! Jippie, ik was GESLAAGD! Met een gevoel van geslaagd te zijn in het leven, met een boodschappen tas vol spullen en afgerekend met mijn ongeduld en innerlijke tijdbom, liep ik Zen de deur uit.

 

© Saskia Mes-Born

 

 

Contactadvertentie

 

Ik wacht de hele dag stil.

Om het hip te zeggen:

ik chill!

Rond, klein, groot

’t maakt me niet uit,

ik geef geen gil.

Soms warm, soms kil,

harig of als hangerig kikkerdril

op mijn hippe bril.

Er is niks waar van ik ril.

Ja, dat ben ik;

plee, pot, wc-bril

of hoe je me dan ook maar noemen wil.

 

#Gedichtendag 2016 © Saskia Mes-Born

 

Water bij de wijn? Ja, graag!

 

Ik drink vaak water en bijna nooit wijn. Toch heb je in het leven weleens beide drankjes tegelijkertijd nodig om tot een compromis te komen. Want tja, het leven gaat bijna nooit zoals jij wilt dat het gaat. En dan krijg je te maken met water bij de wijn doen om tot een compromis te komen. That’s life. En soms - als je een geluksdag hebt - pakt zo’n compromis beter en grootser uit dan je ooit van te voren had kunnen bedenken.

Zoals die ene keer dat mijn lief en ik in Jersey aankwamen om onze welverdiende vakantie te vieren. Eenmaal beland in ons hotel, renden we naar onze kamer om ons te ontdoen van onze rugzakken. Daarna renden we ons hotel weer uit om zo snel als mogelijk een strandwandeling te maken op het uitgestrekte strand want we waren blasé van het reizen.

We hadden het prima naar onze zin totdat het strand eindigde in rotsblokken. Nu konden we natuurlijk de rotsen op klauteren (mijn keuze) of terug lopen (zijn keuze). We gingen er om tossen. Hij koos kop en ik munt. Hopla. Daar ging het muntje de lucht in. Opeens viel mijn oog op de gulden middenweg (ik wilde eigenlijk nog niet terug naar het hotel) waardoor het muntje in het rulle zand viel. Wij - allebei bloedfanatiek - zoeken onder de biljoenen zandkorrels. Afijn, we zullen nooit weten wie er gewonnen heeft, want we hebben dat muntje natuurlijk nooit gevonden. Gelukkig had mijn lief een ‘flesje wijn’ bij zich en goot wat wijn bij mijn flesje met water om deze middenweg in te slaan. Nog wat aangeschoten van de wijn klinkt er plotseling een mannenstem: ‘Do you want a ride uphill?’ Het weggetje schijnt een flinke klim omhoog te zijn. Of we met hem mee willen rijden? Als fotograaf staat hij nu toch zijn tijd te verspillen omdat zijn model niet is op komen dagen (ze is zeker nog dronken van de wijn). We kijken elkaar aan en we roepen allebei licht aangeschoten maar vol overtuiging: ‘JA!’ We doen het gewoon. Kan ons het schelen. Als het foute boel is, springen we wel uit de auto, bespreken we stoer, luid en duidelijk met elkaar terwijl we de auto instappen. Bij het wegrijden, stelt Kees zichzelf in vloeiend Nederlands voor (oeps). Hij woont en werkt in Jersey maar van oorsprong is hij Nederlands. Of we de mooiste plekjes van het eiland willen zien? Geen wijn of water voor nodig om volmondig ‘JA!’ tegen te zeggen. Kees rijdt ons heel het eiland rond en hij stopt op de allermooiste plekken met de prachtigste uitzichten. Ook klauteren we over de rotsen (jaja.. er zit iets meer water in ons flesje dan wijn) om zo bij een schitterende waterval te komen. Dan opeens grist Kees mijn waterflesje uit mijn handen en schenkt een flinke scheut wijn bij. Of we mee rijden naar zijn vriend Ron waar hij binnenkort een fotoshoot gaat doen. Nou, hup, vooruit dan maar met die geit. We rijden een groen stadspark op dat de oprijdlaan van zijn vriend blijkt te zijn. Als we bij het gigantische huis aankomen, knijpen mijn lief en ik in elkaars arm of dit nu echt is of dat we nu toch echt zwaar aangeschoten zijn van al die wijn. Met pijn in mijn linker bovenarm - mijn lief is nogal sterk - stap ik als laatste uit Kees’s rode autootje. ‘Hi there!’, worden we enthousiast begroet door de heer des huizes die aan een auto sleutelt. Kees stelt ons voor als zijn allerbeste vrienden uit Nederland. Ron geeft me een stevige hand en ik weet hiermee zeker dat ik niet droom, want naast mijn arm doet nu ook mijn hand pijn. Ron vertelt enthousiast dat hij bezig is met het ontwerpen van een nieuw model Lotus auto. In de jaren zestig heeft hij trouwens de eerste Lotus GT40 ontworpen. Hij is stapelgek op auto’s en heeft er wat in zijn garage staan. Zo laat hij ons een uit 1931 Cadillac V-16 zien die gebouwd was voor de Maharaja uit India. Naast de Cadillac staat een  oude Ford uit de jaren 30. Ik neem nog een slok water. Of is het nu wijn? Nou ja, wat maakt het ook uit! Ron nodigt ons uit om het eiland eerst met de Cadillac en daarna met de Ford te verkennen. ‘JA!’ roepen we alle drie in koor (Kees heeft ook een geluksdag want dit is zijn wilde jongensdroom).

We stoppen op idyllische plekjes waar de toeristen - inmiddels voel ik me geen toerist meer, dan had ik die rotsen maar op moeten klauteren of terug moeten lopen - met ons en de auto op de foto willen. Het lijkt potverdorie wel alsof mijn lief, Kees en ik onze trouwdag aan het beleven zijn, zo romantisch allemaal. Eenmaal weer terug bij het gigantische huis - nog dronken van alle indrukken - krijgen we een rondleiding van Ron door zijn huis. Er is een muziekkamer, zwembad, sauna, kamer met treintjes, museumkamer met bijzondere vlinders uit Zuid Afrika en een verzameling van stenen en door heel het huis is humor verweven. Oh ja, hij heeft de workmate ook nog uitgevonden. Vol trots laat hij de stoel zien die hem geïnspireerd heeft om uiteindelijk de wereldberoemde workmate te ontwikkelen. Op onze eerste dag van onze vakantie hebben we gewoon te maken met de uitvinder van de wereldberoemde workmate en de ontwerper van de Lotus GT40: Ron Hickman! ‘Nou vooruit dan maar, knijp me nog maar eens in mijn rechter bovenarm,’ zeg ik spontaan tegen mijn lief. Hij leeft zich direct ook lekker uit en ik heb spijt dat ik het gezegd heb. Snel neem ik nog maar een slokje wijn om de pijn te bestrijden. Trouwens wel zo eerlijk als ik hem ook nog eens terug mag knijpen in zijn arm, dat ik zo hard als mogelijk doe. Ron redt mijn lief door te vragen of we soms honger hebben en zin in (nog meer) wijn hebben? ‘JA!’ Nadat we uitgebreid afscheid genomen hebben, de nationale postzegel van Jersey (met Ron’s gigantische huis erop) gezien hebben, zwaaien we nog maar eens uitbundig gedag. Kees zet ons in zijn rode autootje af bij ons hotel waar Betsy - de receptioniste - ons buiten al op wacht om vervolgens zo blij als een kind in onze armen te springen omdat ze zo ongerust was. Betsy vertelt ons vol trots dat ze ooit weleens voor ‘Sir’ Ron Hickman heeft gezongen met haar koor tijdens een huiskamerconcert met kerst. Ons ‘water-bij-de-wijn-flesje’ is inmiddels helemaal leeg. We kunnen onze roes uit gaan slapen, nadat we zijn ingestopt door Betsy. Proost, op water bij de wijn!

 

P.S.: Twee dagen na ons avontuur zwaait Betsy met de krant en ze roept: 'You could have been dead!' Op de voorpagina van de plaatselijke krant is te lezen dat één van de auto’s van Ron Hickman tijdens een autorit in brand was gevlogen…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© Saskia Mes-Born

 

 

Sprakeloos

 

Ik zeg mijn mening

Ik zeg mijn ...........

Ik zeg ...................

Ik .........................

...............................

 

'Uit het hart', Saskia Mes-Born

 

 

Geweld

 

Geweld.

Het gebeurt in de wereld elke dag veel keer.

Het lijkt steeds meer.

Waar leidt dit toe?

Het maakt verdrietig, angstig en moe.

Mag iemand zijn mening niet meer tonen?

Want anders zal de kogel ‘m belonen?

Al is diegene dood, dan zullen zijn ideeën blijven.

Laten we de moed houden om liefde in ons hart te beklijven.

 

‘Uit het hart’ Saskia Mes-Born

 

 

Gekkigheid +

LiEdjes +

Lachen +

AvontUur +

Keilen =

Jip’s GELUK

 

P.S. Ben op 28 juni a.s. op geluksroute met clownsvriendjes :o)  (http://geluksroute.nu/editie/rotterdam/luckbringer/saskia-mes/)

 

 

Schoencadeautjes

 

Bombastisch legt hij een pakje condooms, glijmiddel en een sexspeeltje op de toonbank. De kassière scant met een ‘pokerface’ vlot de gekozen producten van de klant. ‘Dat is dan 12 euro, alstublieft’ zegt ze professioneel zoals altijd.

Ik heb haast en leg de tandpasta, haarlak en deodorant snel neer op de toonbank terwijl zij wisselgeld teruggeeft aan de man. Enigszins opgelucht slaakt ze een diepe zucht en begroet mij als kersverse klant. Maar dan.

‘Mevrouw,’ klinkt het en de jongeman kijkt de kassière zwoel en diep in haar blauwe ogen aan. Haar ambitie was het nooit geweest om kassière te worden, maar op dit moment vervloekt ze haar baan. Haar hand gaat richting de winkel microfoon waarin ze spontaan wil roepen dat ze ontslag neemt en wel per direct. Voordat ze haar kans kan grijpen, is de man haar voor. ‘Mevrouw, hoe kan ik dit speeltje het beste gebruiken?’, vraagt hij haar uitdagend.

Spontaan verschiet ze van kleur en het zweet begint uit elke verstopte porie van haar lijf  te gutsen. Ik zwaai nog wat met mijn deodorant, mag ze best even gebruiken hoor in deze benarde situatie en trouwens bij mij werkt deze altijd erg goed. Maar ze ziet het niet, ook niet in haar ooghoeken. Dapper zegt ze: ‘Nou meneer, gewoon gebruiken zoals op de verpakking staat.’ Ze hoopt nu van die man af te zijn. Trouwens, ik denk dat hij haar type niet eens is, maar dit even terzijde. De rij is inmiddels opgelopen naar zeker 10 klanten en ieder van ons leeft met haar mee en bekommert zich een beetje om haar. Zou dit het zijn? vragen we ons af. Of zou meneer nog meer vragen hebben. Inmiddels is de 11e klant een feit en ook zij is erg geboeid. Hoewel meerdere klanten haast hebben, hebben we geen tijd om op onze horloges te kijken en bovendien willen we niks missen. De kassière kijkt hoopvol naar mijn winkelmandje en steekt haar hand erin. Maar dan trekt de man alle aandacht om zijn volgende vraag op het arme schaap af te vuren. ‘Kan ik het speeltje meerdere keren gebruiken?’ Geboeid en meelevend wachten we eventjes af wat haar volgende zet is.

Ze kijkt hem alles behalve verleidelijk aan en grist ongeduldig het speeltje en leest de achterkant van de verpakking. ‘Nee, dit is voor eenmalig gebruik,’ mompelt ze in de hoop dat ze nu fijn van hem af is en kijkt vervolgens weer naar mijn winkelmandje en daarna naar mij met een ‘red-mij-blik’. Wij staan letterlijk achter de man, maar steunen haar onvoorwaardelijk door dik en dun. We zijn benieuwd wat de man nu gaat doen. Gaat hij haar mee uit vragen waarop ze (volgens ons) hem een steevast ‘NEE!’ verkoopt (dat weten we niet zeker natuurlijk, maar ze gedraagt zich er wel naar). Of neemt hij nu gauw de benen omdat hij het ook wel welletjes vindt. We kennen hem nog niet zolang, maar we denken dat hij niet van het type is dat zomaar opgeeft. En ja hoor, daar komt-ie weer. ‘Hoe werkt het dan precies?’

In de rij, opgelopen naar 15 klanten inmiddels, zijn er voor hem ook geen vrijwilligers te vinden en we zijn trouwens blij dat wij geen verkoper zijn. De kassière fronst haar wenkbrauwen en we horen haar denken hoe ze dit nu weer fatsoenlijk moet gaan beantwoorden. ‘F*ck you!’ zeggen, zou ik afraden in deze uiterst precaire situatie.

Zichzelf bij elkaar rapend en zo onverschillig als mogelijk, floept ze er uit dat het voor beiden vibreert. Wel heeft ze zich voorgenomen om als hij nog een keer wat vraagt, dat ze dan ter plekke door de grond zakt. Ze zal iets laten vallen en dan de smoes gebruiken dat ze opeens haar lens kwijt is en dan hopen dat hij verdwijnt uit haar ogen en leven.

Opeens roept de man: ‘Ik ben eruit, het zijn leuke schoencadeautjes, wilt u het inpakken?’ Euforisch en blij dat het einde van dit contact nadert, pakt ze gewillig alles in en doet er ook nog een enorm grote roze strik omheen. ‘Daaaaag meneer, veel plezier ermee, tot (niet meer) ziens!’, roept ze nu uitbundig. Onder luid applaus (dat ze dubbel en dwars heeft verdiend) en met zweetdruppels nog op haar voorhoofd groet ze me vriendelijk als altijd en scant kordaat mijn deodorant, haarlak en tandpasta uit mijn winkelmandje. ‘Dat is dan 8,50 euro, alstublieft.‘

 

December 2014, Saskia Mes-Born

 

 

 

Een gezond 2014!

 

Toen ik gevraagd werd om een moment uit te kiezen waarom 2013 voor mij een bijzonder jaar was, dacht ik spontaan :

‘ja leuk!’ Maar eigenlijk is mijn moment van 2013 helemaal niet zo leuk.

Het begon op een maandag van een doodnormale werkweek.

 

Zoals elke maandagmorgen moet ik me suf haasten om de kids op tijd op school en peuterspeelzaal te brengen. Niks bijzonders eigenlijk. Oudste dochter hoest wat, ook niks bijzonders (heel de klas kucht, proest en hoest zich suf en zij dus ook, trouwens half Nederland is ziek, zwak en misselijk en hoest zich waarschijnlijk ook een ongeluk).

Ach ja, dinsdag hoest ze nog, net als - nog steeds - heel de klas. Maar woensdag overdag wordt het erger, nog niet schrikbarend. Dat wordt het wel op woensdagnacht.

Ze hoest haar longen uit haar lijf en ze lijkt erin te blijven (nu ben ik wel wat gewend door pseudo kroep ervaring van de jongste maar dit lijkt er geenszins op). Ze lijkt te hyperventileren. Ik twijfel om een arts te bellen, maar het tijdstip van 01.00 uur ‘s nachts is niet in ons voordeel. Uiteindelijk valt ze uitgeput naast ons in bed in slaap. Haar adem is zwaar, maar ze slaapt ten minste rustig.

De klok gaat me veel te langzaam. Ik wil zo snel als mogelijk een arts zien, dit is gewoon niet pluis, zegt mijn gevoel!

Gelukkig kan ik snel bij de huisarts terecht. Mijn dochter vertoont de ademhalingsproblemen niet meer zo als vannacht en de huisarts denkt aan pseudo kroep dat alleen maar ’s nachts opspeelt (ik vond het anders dan pseudo kroep, maar ja wat moet ik, het is nu weer weg).

Dochterlief wil perse naar school met haar vriendjes spelen. Ergens hoor ik diep van binnen een stemmetje tegen me zeggen: ‘doe het niet, houd haar thuis!’

Echter, zij wil zo graag en ik heb een afspraak. Als ik haar ’s middags uit school haal, heeft ze hele rode konen, koorts heeft ze niet. ’s Avonds wordt ze steeds slechter, die ‘hyperventilatie-hoest’ weer! Dokterspraktijk is inmiddels gesloten en dokter dacht ten slotte aan pseudo kroep… Wij komen de nacht afwisselend door bij het open raam en in de stoom van de hete douche, op advies van huisarts. Morgenochtend vroeg moet ik naar de huisarts, dit kind heeft echt medicatie nodig!

In de wachtkamer zit ik met dochterlief alias Darth Vader uit de Starwars films (zo zwaar ademde ze inmiddels).

De huisarts kijkt me verschrikt aan en zegt niet al te veel als ze mijn dochters longetjes beluistert. Direct stuurt ze ons door naar het ziekenhuis en of ik haar alsjeblieft in een rolstoel naar de kinderafdeling kan brengen om al haar krachten te sparen.

In het ziekenhuis aangekomen, wordt ze door twee lieve verpleegkundigen en kinderarts vast gehouden om haar medicatie toe te dienen zodat ze het minder benauwd zal krijgen. Helaas slaat dat allemaal niet aan.

Met gierende banden en gillende sirenes worden we per ambulance vervoerd al zigzaggend om alle auto’s heen naar LUMC Leiden naar de Intensive Care.

Daar lijkt het beter te gaan. Na een nachtje op de Intensive Care, wordt ze dan ook verhuisd naar de gewone kinderafdeling met - tot haar grote vreugde - een echt aquarium.

‘s Avonds krijgt ze wat medicatie toegediend via haar infuus als ze het wat benauwd heeft.

Het ziet er goed uit. Die maandag mag ze weer naar huis! Toch heeft ze nog een raar hoestje in mijn gevoel (manlief draagt me op om die twijfel vooral maar niet te noemen, moeten we dadelijk nog langer blijven…).

Manlief gaat naar huis, wij zwaaien hem uit en we zien hem morgen thuis.

 

Hij is nog geen 7 minuten weg. ‘Krijgt ze het nu benauwder, of beeld ik me dit alleen maar in?’, denk ik. Weer dat ‘niet pluis gevoel’. Toch maar even voor de zekerheid aan de bel trekken.

Dan binnen 20 minuten is alles opeens anders. Acht dokters en verpleegkundigen omsingelen het bed van mijn dochter die nu adrenaline toegediend krijgt. Zelfstandig ademen gaat niet meer. Met spoed wordt het medisch team opgeroepen om haar zo snel als mogelijk te gaan intuberen (buisje in haar luchtpijp plaatsen) op de OK. Ze zal weer op de Intensive Care belanden en dit keer slapend gehouden worden en aan de beademing. Geen arts of verpleegkundige had dit zien aankomen, heel de kinderafdeling staat in rep en roer. Het lijkt wel of ik in een slechte film terecht gekomen ben.

 

Manlief is weer terug in het ziekenhuis op het moment dat dochterlief van de OK komt. Dat is wel even schrikken om je kind zo te zien, vreselijk.

Onze schone slaapster heeft zo ruim een week aan alle toeters en bellen gelegen.

Wat een lieve, zorgzame, meelevende en bekwame artsen en verpleegkundigen hebben haar behandeld! We zijn uitstekend op de hoogte gehouden en kunnen niet anders dan dankbaar zijn. Engelen op aarde!!! In Afrika in de woestijn dan…..tja, daar heb ik het liever maar niet over.

En wat een kaarten en lieve berichtjes hebben we gekregen, geweldig!

Die meid heeft heel wat moeten doorstaan en wonder boven wonder huppelde ze na drie weken alweer vrolijk rond op het schoolplein al spelend met haar vriendjes, zoals de artsen ons van te voren hadden verteld.

 

‘Het had iedereen kunnen overkomen. Twee virussen en twee bacteriën hebben haar te pakken genomen, vierdubbel pech dus!’, drukten de artsen, ook erg aangeslagen, ons op het hart. Dat griepje en verkoudheid had ze normaal gesproken te boven kunnen komen door bedrust. Die twee bacteriën deden haar bijna letterlijk de das om.

Maar dat laten we achter ons en nu op naar 2014. Pluk de dag, maak er iets moois van en vooral heel veel gezondheid voor 2014!!

 

 

Bij het NS loket

 

‘Kunt u mij even h…..

 

Mevrouw, ik doe mijn werk goed.

 

Ja, meneer….

 

Ik doe mijn werk goed!

 

Dat geloof ik m….

 

Het systeem ligt er ook al uit…

 

He wat vervelend meneer. Wilt u ……?

 

Ik doe mijn werk goehoed!!

 

Fantastisch! Mag ik dan….

 

Ik doe mijn werk goed!!

 

..’

 

Misschien heeft de NS een clowntje nodig voor een vrolijke en ontspannende noot en dat mensen zoals deze meneer weer ruimte hebben om te kunnen luisteren naar klanten die aan zijn balie komen..

Clown Jip, komt graag eens langs !!

Trouwens, ook u kunt een bezoekje van clown Jip boeken! Als cadeau voor uw vader of moeder in een zorginstelling maar ook voor bedrijfsfeesten, kinderfeesten, scholen, kindercentra, feesten en partijen, bruiloften en nog veel meer…

Een hele beleving, ervaring en plezier is gegarandeerd!

Voor meer informatie, vragen en mogelijkheden kijk op www.saskiabornmes.nl of neem gerust contact op via born2b@upcmail.nl of 06-41425310.

Hopelijk tot gauw ziens :0)

 

 

 

Sneeuwpret

 

Sneeuw! De wereld witgeschilderd, ik houd ervan. Mooi ook, dat maagdelijke witte landschap met d’r winterse witte bomen, de sneeuw al krakend onder je schoenen, de glitters van de sneeuw (zeker met het zonnetje), het vakantiegevoel dat in me oppopt en natuurlijk ook sleetje rijden.

In de auto zoefde ik voorbij alle vaders en moeders die als heuse rendieren hun kinderen op de arrenslee voortrokken op weg naar school. Dat zag er hartstikke leuk uit. Allemaal blije kinderen en zo ook hun ouders.

Jaja…..zo cliché als het maar zijn kan: als de kinderen blij zijn, zijn de ouders dat ook; glijdt als een slee, klopt als bus!

’s Middags kan ik mijn dochters ophalen met onze arrenslee.

Yeah! Een leuk vooruitzicht, denk ik mezelf blij.

Dan is het moment daar aangebroken.

Op een propvol schoolplein, gevuld met sleeën en hun baasjes, sta ik te wachten op mijn buit.

Dochterlief heeft er ook zin an en warm bepakt en bezakt gaan we al vrolijk op weg om dochter numero 2 op te halen.

Het kan niet op. Oók zij ziet sleetje rijden wel zitten. Nadat ik ook bij haar alle warme voorzorgmaatregelen getroffen heb, zit numero 2 ook. Zo en nu glijden naar huis maar.

 

De zussen laten zich als prinsessen zo vorstelijk voortrekken door hun trekezel

- mama - genoemd. Aan de koninklijke maagjes is ook gedacht en de sneeuwpret kan nu helemaal niet meer op.

'Dat ziet er gezellig uit!', zegt een passerende vrouw welgemeend over dit prille geluk en ze geniet mee van al het goeds.

 

Dan, een eindje verder, de vrouw allang uit het zicht, begint het...

'Ik heb het koud', zegt dochter 1.

‘Hmm, hmmm’, hum ik.

‘Heb het ook koud’, zegt andere dochter.

Alleen hummen gaat niet meer werken nu….

‘Ja, ja, het is winter en bij sneeuw hoort nu eenmaal dat het koud is’, zeg ik bemoedigend en ik loop verder met de hoop dat ze het uithouden totdat we thuis zijn.

Een stukje gaat het goed, maar dan…

‘Mama, ik zit niet goed, zus zit in de weg’.

Een diepe zucht ….. ‘Net ging het toch goed en gezellig, blijf nog even zitten, zijn we zo thuis.’

 

Nee hoor, dame houdt vol. 'Mama, ik wil eraf.

Nou, vooruit,  lopen maar…..’

Ik heb er geen enkele illusie over dat de andere dame rustig blijft zitten, ´tis nu alleen nog afwachten wanneer ze haar verzoek indient…

Ja hoor, een seconde later. ´Ik wil er ook af.

Nou, hupsakee en nu vooruit.’

 

Even later; ‘Mama, ik ben moe. Ja, ga dan zitten op de slee, kan je lekker uitrusten!

Nee, ik loop liever...’

Oké. Zucht, steun…, maar niettemin houd ik de moed erin...

Op een hinderlijk ‘achtergrondmuziekje’ zat ik niet te wachten, maar het komt er nu toch echt van; kleinste dametje begint wat te jengelen. ' K' heb koude handjes, mama. Hè vervelend nou, ga maar lekker zitten dan op de slee, zijn we sneller thuis.

Bleheee, neehee, wil niet (en de volumeknop wordt wat opgevoerd).

Nou, dan moet je nog dat hele stuk lopen, ook goed...

Bleheee, koude handjes en voetjes! Boehoeeeeee, bleheeee....

Jahaaaaa, we zijn er bijna! En ik wil je niet meer horen!’ Tevergeefs.

Heb ik dat weer? Iedereen zie je gezellig met hun kind(eren) sleetje rijden….. Overprikkeld en de zenuwinzinking nabij is het me toch gelukt om thuis te komen, wat voelt als een overwinning op zich.

Tjonge, ging zonnig van huis en kwam thuis met een humeur waar het KNMI een weeralarm voor zou uitgeven.

Lang leve de sneeuwpret!

De wereld witgeschilderd, dat maagdelijke witte landschap met d’r winterse witte bomen, de sneeuw al krakend onder je schoenen, sneeuwglitters, vakantiegevoel en natuurlijk ook sleetje rijden…

 

© Saskia Mes-Born

 

Een gezond, blik-en-bloos en ‘Pay it forward’  2013!

 

De bel gaat. Ik heb eigenlijk geen tijd om de deur open te doen, moet haasten om mijn dochter van school te halen. Elke minuut telt om niet te laat te komen.

Toch ren ik naar de deur en zie de postbode staan met een pakketje. Oooohh , ik doe de deur ook nog  open voor een pakketje voor de buren, denk ik in mijn enorme haastige gemoedstoestand. In alle vluchtigheid zie ik dat mijn naam op het pakketje - in de vorm van een schatkist - staat. Even heb ik helemaal geen besef meer van alle haast. Vanuit mijn kinderlijke enthousiasme zou ik het liefste nu lekker mijn jas uitgooien, ploffen op de bank met een kop thee en op mijn gemak het geheime pakketje uit willen pakken…. Spannend!

Maar, gelukkig wint het verantwoordelijke deel in mezelf. Ik haast me nu extra vlug naar mijn fiets. Anders moet dochterlief dadelijk wel erg lang wachten in de kou.

 

Bij thuiskomst zie ik dat het een kerstschatkist is van mommyonline.nl, als bedankje voor mijn inzet.

Wat een leuk gebaar! Een klein gebaar en groot genoegen.

Zijn het niet vaak de kleine dingen die het doen in het leven?

Kleine dingen die het leven juist groots maken. Gewoon een aardig en hartelijke gebaar, dat een blij gevoel geeft waardoor je weer meer ruimte in jezelf hebt. Gewoon ruimte voor positiviteit en mogelijkheden! Er is al genoeg ellende en negativiteit.

Niet dat je altijd maar verplicht ‘happiedepeppie’ moet zijn, wordt je toch alleen maar ‘unhappie’ van! (ja hee, en wat dacht je van de hormonen en gewoon zomaar een pesthumeur, kan je ook niet altijd wat aan doen…)  Maar je proberen op het positieve te richten, helpt nu eenmaal meer dan je op alles wat niet goed of niet naar je zin gaat. Dat trekt je alleen nog meer de put in.

 

Ken je die film ‘Pay it forward’? Jaren geleden eens gezien en heeft indruk op me gemaakt. Een jongen Trevor bedenkt een idee naar aanleiding van een opdracht bij maatschappijleer. Zijn plan ‘pay it forward’: als je 3 mensen helpt, zonder dat ze iets terug doen, en die mensen helpen weer 3 mensen, komt alles goed met de wereld.

Mooi plan! Misschien iets voor 2013? Je geeft iets aan iemand en diegene geeft weer iets aan een ander vanuit zijn uniekheid, vanuit zichzelf.

 

Oké, zal ik ook eens een duit in het zakje doen? Bijvoorbeeld een exemplaar ‘Uit het hart’, sturen aan iemand die je een warm hart toedraagt of een hart onder de riem wilt steken. Kom maar op, wie mag ik blij maken met deze cadeaubundel, die vervolgens ook weer 1 iemand blij gaat maken, die vervolgens ook weer iemand blij gaat maken… Je kan me mailen: saskiaborn@upcmail.nl.

 

Laten we in 2013 gewoon een beetje aan Pay- it- forward doen! Al is het maar 1 heel klein ieniemienie-dingetje. Gewoon doen!  Kan jou het schelen, een beetje meer blikken en blozen en spontane hartelijkheid,  waarom niet?!

Ik wens iedereen een gezond,  blik-en-bloos en ‘Pay it forward’ 2013 met heel veel moois!

 

P.S. Zo, het idealistische deel in mezelf heeft ook weer gesproken ;)

 

 

Madelieven en Rozen

 

Blikken die blozen

Blozen die blikken

Madelieven en rozen

Kinderen die hun ijsjes likken

Wat zou het toch fijn zijn als mensen

meer blikken en blozen

Dan gaat het leven meer over madelieven en rozen

Blz 79, ‘Uit het hart’, S. Born-Mes

 

 

 

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand

 

Tegenwoordig lijkt het wel of je perfect moet zijn in deze imperfecte wereld.

Perfect lijf, perfect haar, perfect gezicht, perfecte huid, perfecte neus, perfecte tenen, perfecte familie, perfecte vrienden, perfecte partner, perfecte kinderen, perfect werk, perfect humeur,  perfect, perfect, perfect…..niet dus! Gelukkig niet zeg. We zijn toch geen robotten, maar mensen van vlees en bloed en dus een natuurproduct.

 

Ook in reclames wordt er volop met perfectie gestrooid. Ook in die reclame van een bepaald merk telefoonaanbieder. ‘Perfect life, perfect deals’. ‘Elke dag streven naar perfectie’, zegt Winston dan ook welgemeend, volgens mij.

 

Het lijkt wel of je in deze tijd een bepaalde houdbaarheidsdatum hebt en daarna tel je niet meer mee. Ook wat betreft uiterlijk.  Alsof elk rimpeltje - die je dubbel en dwars en ook nog eens gratis verdiend hebt door je leven te leiden zoals het liep - een absolute gruwelijkheid is. Nu zijn die ‘kreukels’ in je gezicht ook wel wat schrikken en wennen. Maar om nu direct op te vullen of een complete facelift te overwegen? Zoals sommige bekende vrouwen op televisie die steeds jonger worden in plaats van ouder en wijzer of niet meer terug te herkennen (op wie lijkt ze nu toch..).

 

Waar een paar jaar geleden botox, fillers, extensions, gezichtcorrecties alleen nog voorbehouden waren aan filmsterren, heeft het inmiddels ook het alledaagse publiek bereikt. Laatst zag ik een televisieprogramma waarin een plastisch chirurg spreekuur had. Een vrouwelijke kijkster stelde haar vraag over haar ‘Bert-van-Sesamstraat-look’.  Haar wenkbrauwen waren in plaats van gelift, naar beneden gezakt! Maar de vrouw hoefde zich echt geen zorgen te maken, want het kwam vanzelf goed als het spulletje uitgewerkt was, aldus de ‘troostende’ arts. Ook lieten ze wat foto’s zien van een Hollywoodster. De plastisch chirurg nam de woorden uit mijn mond, toen hij zei dat het leek of ze een masker op had. Ze had kennelijk iets te veel ingrepen ondergaan.

 

Pas sprak ik een kennis die vertelde dat ze iemand kende die haar ogen had laten liften. Ze ging voor de uitgeruste blik.  Het resultaat was pietsje anders dan ze had verwacht: het was zo strak gelift dat haar lenzen er spontaan uitvielen. Lenzen waren geen optie meer, ze ging nu maar voor de leuke bril. Jeetje, wie mooi wil zijn, moet lelijk lijden zeg.

 

En wat te denken van de oude en wijze acteurs en actrices. Moeten er dadelijk rimpels geschminkt worden om een geloofwaardige oudere vrouw of man te spelen?

Als kind kon ik me afvragen of de desbetreffende acteurs en actrices wel echt verdrietig waren, of hoe ze dat toch deden als ze plotseling kriebel aan hun neus hadden, moesten niezen of hoesten. Met mijn kindergeest wist ik natuurlijk niet dat de acteurs en actrices zich in hun personages hadden verdiept en dat het een boel takes in beslag kon nemen om de situatie er perfect uit te laten zien (vaak over de  imperfectie van het leven).  In het leven heb je  1 take met veel, heel veel imperfectie..

 

Als ik op bezoek kom als clown Jip, ontmoet ik regelmatig mensen van 80, 90 jaar. Zo’n gerimpeld velletje vind ik heel charmant. Het beeld klopt bij de respectabele leeftijd en geeft ten minste geen eenheidsworst maar een geheel eigen persoonlijkheid. Deze generatie is in ieder geval niet voor spek en bonen oud geworden.

 

En ik?  Als ijdeltuit met al mijn anti age-crèmetjes,  pik ik het eerste gedeelte van het advies van de plastisch chirurg maar op; ik maak me maar geen zorgen ……. Zolang de spiegel niet in 1001 stukjes barst.

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand….

 

 

P.S. Proost; op een mooi, lang, gezond, gelukkig en een rimpelig leven met vele mooie herinneringen die je van binnen laten stralen!

 

© Saskia Mes-Born

 

 

Dierendag 2012:

 

Waf!

 

Ik wou dat ik een hondje was

Lekker liggen in het gras

Aan mijn hoofd geen zorgen

Voor de dag van morgen

Mijn haren al wapperend in de wind

En luisteren naar het spel van het kind

Ja, ik wou dat ik een hondje was

Al is het maar voor 1 dag

Ben benieuwd hoe ik jou dan zag

Ik wou dat ik een hondje was…

 

                                                                  © Saskia Born-Mes

 

 

 

Oost-Indisch doof, stekeblind en heerlijke pizzapunten

 

 

Augustus 2012, zomaar een luie zondagochtend zonder verdere verplichtingen  om 8.00 uur:

 

Tttttrrrrrrring, trrrrrrrrrrrrrrrrrrrriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnnnnnnnnnnnnggg!!!!

 

De deurbel gaat luid en duidelijk. Met z’n vieren zitten we nog in onze ochtendoutfit aan het ontbijt.

Manlief wrijft  het slaapzand uit zijn ogen en schuifelt in een slakkengangetje naar de deur. Dapper doet hij de deur open. Geen Jehova’s, die vol optimisme hun geloof tegen beter weten in uitdragen in de hoop dat je wel bekeert in deze barre tijd en hun voet tussen de deur doen dit keer. Nee, vele malen erger! ‘

 

Mag D. bij jullie spelen?’, vragen een opa en oma die hun kleinkind kennelijk helemaal zat zijn na 1 nachtje logeren en bij ons willen ‘dumpen’ op deze vroege zondagochtend.

Manlief zegt, enigszins schaapachtig met verontschuldigde ondertoon : ‘We zitten nog aan het ontbijt’. Even later eten we verder met toch wel een haastig en verbijsterend achtergrondgevoel. Nadat we snel onze oudste dochter fris en fruitig opgetuigd hebben voor een nieuwe dag en onze belofte nakomen. De belofte om te spelen met de kleindochter met wie ze de dag daarvoor voor het eerst kennisgemaakt en een uurtje gespeeld heeft.

Manlief belt aan en de meiden spelen met plezier.

Dan opeens eindigt plotsklaps acuut de speelafspraak. Omdat opa en oma klaar zijn met inpakken van de spullen en kleindochter per direct naar de ouders gebracht moet worden.

Oké. Zo kan het dus ook allemaal gaan.

 

‘Hallo!’ , zeg ik luid en duidelijk tegen de man en vrouw die recht op me af fietsen. Maar niks, geen enkele reactie terug… Eigenaardig eigenlijk! Dat waren de opa en oma die laatst hun kleinkind om 8.00 uur op zondagochtend bij ons kwijt wilden. Nu zijn ze niet thuis, en het is toch een gunstigere tijd;  14.00 ’s middags op een zaterdag.

 

Nu zijn er wel meer mensen Oost-Indisch doof of stekeblind als het hen uitkomt natuurlijk. Dat kennen jullie vast ook wel. Dan zie je een bekende, en het ‘hallo-contactpunt’  komt er nooit van; diegene draait zich bewust net op het laatste moment weg, net als je je lippen tot een beleefde begroeting beweegt.

 

Maar er zijn gelukkig ook mensen die wel heel vriendelijk, hartelijk en aardig zijn. Laatst nog. Was ik met mijn dochters in de speeltuin.  Twee jongetjes kwamen ook in de speeltuin spelen. De oudste van het stel vertelde vol trots dat zijn moeder pizza had gemaakt. Zijn moeder deed spontaan het recept uit de doeken en ging even weg.  Ze kwam terug met een royaal stuk van haar zelfgemaakte pizza voor ons. En wat hebben wij heerlijk van de pizza genoten en gesmuld, om je vingers bij af te likken!

 

©Saskia Mes-Born

 

 

 

GIRLPOWER!

 

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15……. trappetjes omhoog.

 

Vervolgens loopt ze fier rechtop, stap voor stap, steeds verder de duikplank – die zeker 5 meter boven de grond hangt - op.

Voordat ze haar sierlijke duik maakt, nog even een huppeltje en dan plonst ze elegant het water in. Ze komt goed en niet met platte buik - au - in het water terecht.

Dan komt de vriendin van de ´schoonspringster´ een sprongetje in het diepe wagen. Weliswaar van de laagste duikplank, maar toch…

Daar staat ze met haar armen wijd. Ze slaakt nog even een diepe zucht. Daarna springt ze vol vertrouwen en goede moed, kaarsrecht het water in….. PLONS!

 

‘Zo dat was de warming up, nu op naar de top!’, hoor ik haar denken.

Vastberaden klimt ze ogenschijnlijk met alle gemak de trappen omhoog van de hoogste duikplank.

Hetzelfde ritueel volstrekt zich….. Diepe zucht en nogmaals springt ze vol vertrouwen gracieus het water in..…PLONS!

Al zwemmend kijk ik bewonderend naar het schouwspel van deze dames, die niet meer zo heel piepjong zijn.

 

Al wijzend naar haar vriendin roept ze me toe:`Zij is al 87 jaar, en ik ben 10 jaar jonger….. ‘

Wow! Ik vond het al geweldig om te zien hoe deze dames op leeftijd zo vitaal het water in sprongen, maar nu met het getalletje erbij, neem ik helemaal mijn badmuts voor hen af. Ook geef ik hen al watertrappelend een zwemmende ovatie; Bravooooo!

 

Wat een voorbeeld! Ja ,iedereen hoopt toch dat hij/zij het geluk heeft nog op die leeftijd zo vitaal van de duikplank af te kunnen springen, jihoeeee!

Weer eens wat anders dan achter de geraniums of computer te zitten...

 

 P.S.:

LEEFTIJD

 

Leef de tijd

Maak tijd om te leven

Leef de tijd van je leven….

 

blz. 31, ‘Uit het hart’, S. Born-Mes

 

 

Buitengesloten

 

"Oh neeeeee he!! Sleutel terugdraaien....neeeheee niet dubbel op slot draaien!

Wel .......Grrrrrr, #%^*+¥£$$ ...", zei een moeder tegen haar nietsvermoedende, onschuldige en ontdekkende peuterdochter.

 

Die moeder…..dat was ik. En de peuterdochter – je raadt het natuurlijk al- mijn peuterdochter!

Daar stond ik dan, letterlijk buitengesloten door dochterlief!

Nog net geen twee en nu al de deur op slot kunnen draaien, nooit gedacht, toch gebeurd.

 

Nu valt de appel niet heel ver van de boom. Deze, totaal onthutste, wanhopige, hulpeloze en zich afvragende hoe-nu-toch-weer binnen te komen moeder, heeft haar eigen moeder ook eens letterlijk op het balkon buitengesloten als peutertje.

Mijn moeder had geluk dat ik de deur zelf na een hoop ongeduldige, bezorgde en ietswat angstige minuten wel open kreeg. Ik was toen minstens 3.

 

Maar mijn eigen dametje lukt dat nog niet, wel dubbel op slot draaien dat dan weer wel.

 

Na ruim een uur verder dan toch eind goed, al goed.

In de tussentijd volop pogingen gedaan – met behulp van allemaal lieve buren onder wie een doorgewinterde politieagent - om de voordeur open te krijgen. Maar de ijzerdraden, kleerhangers, bankpasjes mochten – gelukkig eigenlijk! - niet baten.

En mijn peuterdochter? Nadat ze haar longetjes haar lijfje uit had geschreeuwd  en mijn tevergeefse coaching niet hielp, herpakte ze zich heel kranig. Ze keerde het toestromende publiek haar rug toe en ging veel belangrijkere dingen doen. Waarom je druk maken als behalve jezelf, de rest van de wereld buiten staat? Lekker spelen, is toch ook veel leuker!

Trouwens, groot gelijk, je moet het jezelf plezierig maken in het leven, want van een ander kun je het niet verwachten.

 

Uiteindelijk netjes met sleutel via voordeur binnengekomen en de dag ging verder alsof er niets gebeurd was…

 

Op klein groots avontuur met Jip

 

Al neuriënd en dansend op het ritme van een melodie komt Jip met clownmaatje een bezoekje brengen op een afdeling van Stadzicht. “Zuster, zuster, komt u mij even helpen!”

Jip komt aansnellen naar de dame in de rolstoel die hoge nood heeft. De dame voelt zich helemaal niet lekker in haar vel. Ze wil hier dan ook helemaal niet zijn, ze voelt zich eenzaam en alleen.

Samen gaat Jip met de dame een potje zitten huilen en om de beurten kunnen ze hun tranen afvegen aan een stukje rok van Jip. Jip heeft toch nog genoeg petticoat.

Opeens: “Ik heb ook een naam”

Jip is heel nieuwsgierig hoe de dame heet en al snel maken ze aangenaam kennis met elkaar. Ook de vader en moeder van de dame worden aan Jip voorgesteld. Wat een eer!

Trouwens  deze dame is al  88 jaar…….. nou dat zou je ook niet zeggen!

 

Nobody is perfect

 

“Zeg, rijdt u de volgende keer op het fietspad, zo ben je toch geen voorbeeld voor je kind!”

 

 Ik kijk om me heen en zie geen ‘blauwe jassen met politiepet’.  Pfff, gelukkig geen prent, blaas ik bijna opgelucht uit .

Maar, voordat ik mijn laatste restje opgeluchtheid uit kan ademen, kijk ik midden in het gezicht van een vrouw van middelbare leeftijd met een nogal woeste blik in haar priemende ogen. Ze gaat me niet met rust laten, voordat ze haar gram heeft gehaald, realiseer ik me.

 

Oké, mea culpa; op de stoep fietsen, hoort natuurlijk niet.

Wel sluit ik me netjes aan achterin de rij (en trek een nummertje en piep ik nooit voor hè :D ), sta op voor de oudere mens in het openbaar vervoer, ik rook niet, ik drink niet,  ik wacht netjes mijn beurt af, ik lieg niet, ik neem de trap in plaats van de lift, ik ben niet verslaafd, ik maak tijd voor mijn kids,  ik scheld haar niet uit en ook bemoei ik me niet met haar zaken.

 

“Wilt u zich alstublieft misschien de volgende keer even met uzelf bemoeien” (lijkt me al lastig zat, dit even onder ons gezegd en gezwegen natuurlijk), is het enige zinnige wat ik uit kan brengen.

Trouwens, is deze beleefde en vriendelijke reactie soms geen voorbeeldig voorbeeld voor mijn kinderen ;)

 

 Laatste stukje opluchting blaas ik uit en haal heel netjes en keurig op tijd mijn kind van school.

 

Tja, nobody is perfect natuurlijk!

 

 

Over de allermooiste, meest geurende en kleurrijke rozen met de meest prikkende doornen

 

Moeder worden. Moeder zijn. Het allermooiste wonder en tegelijkertijd de grootste uitdaging van het leven.

Om te beginnen als je kindje geboren is, – en dan heb ik het nog niet eens over alle kwaaltjes die kunnen ontstaan tijdens je zwangerschap of de bijna onmogelijke bevalling – verwacht men toch enigszins dat je hemelhoog op een roze wolk vertoeft. Mag het ook een onsje minder roze of roze in ontwikkeling zijn?

Het moederschap verandert alles in je leven. Je schuift een generatie op. Je maakt zowel fysiek als geestelijk plaats voor ‘the next generation’. En ook ben je opeens helemaal verantwoordelijk voor dat wondertje dat met je meegroeit, eerst in de buik en daarna erbuiten. De hormonen gieren door je lichaam, waardoor je af en toe niet meer voor je zelf in kan staan en een karikatuur van je zelf bent. Als de doos van Pandora komen er gevoelens naar boven die je dacht niet (meer) te hebben. Ook verandert je relatie (oh ja, manlief wil ook nog aandacht) en het ernstige slaaptekort doopt je tot een levende zombie.

Het dagelijks leven dendert in een sneltreinvaart gewoon over je heen en heeft weinig boodschap aan het feit dat door de komst van je nieuwe aanwinst jouw leven vrolijk – al gelang de hormoonspiegel – op z’n kop staat.

Al roept je omgeving zo nu en dan de ‘oh-zo-ware- clichés’: “geniet er nu maar van, het gaat allemaal zo snel” of “joh, het gaat allemaal wel weer over, even op je tanden bijten.” Maar wat te doen als je inmiddels aan een kunstgebit toe bent?!

Als je er midden in zit, helpen die uitspraken allemaal geen snars, integendeel!

Ook wordt je geconfronteerd met allerlei opvoedperikelen en onzekerheden. Zeker in het begin denk je regelmatig dingen als: ‘Doe ik het wel goed?’, ‘Loopt mijn kind niet achter?’ Dan heb je ook nog opvoedinstanties als het consultatiebureau die de vooroordelen van de Freudiaanse verspreking van ‘consternatiebureau’ soms wel erg veel eer aan doen.

“Oooh, wil je een kwartiertje langer uitslapen? Dan verzet je het dagritme toch gewoon met een kwartiertje !”, zegt het consternatiebur….uuuhhhh ik bedoel consultatiebureau! Bovendien weet ik echt wel hoe ik mijn wekker een kwartiertje kan verzetten, maar daar had ik het per slot van rekening dan ook niet over. Ik had het hier natuurlijk over mijn kind! Maar misschien bestaan er nog ergens katten die je dat wijs kan maken, maar natuurlijk geen moeder die al maanden op haar tandvlees loopt wegens ernstig slaaptekort.

Dan heb je ook nog de commercie die – hoe gemakkelijke prooi – inhaakt op je nieuwe positie.

Welkom in de doelgroep van gezinnen! Opeens ben je interessant marketingmateriaal voor gezinsvakanties, gezinsuitjes, kindvriendelijke restaurants etc. Je brievenbus en inbox puilt vanaf nu aan uit met allerlei aanbiedingen, boodschappen, reclame en telefonisch weten ze je ook te vinden.

Of wat dacht je dan van de supermarkt? Alle ‘zoete’ ogen van Dora, Bob de Bouwer, Spongebob, Piet Piraat, K3 en Kabouter Plop kijken je – op dat moment nog – schattige kind zoet aan met een koop- mij-nu-maar-gewoon- blik. Als ouder kan je je voornemen in ieder geval die produkten niet te kopen, maar helaas pindakaas…. De commercie riekt geld want ze weten dat kinderen hele goede volhouders zijn en papa en mama weinig energie hebben, dus de ideale combinatie van ‘oké- ik- koop- het -wel-voor-één keertje-voor-je-en- opstaan-van-die-grond-nu’! Oren stomend wandelt menig ouder verder; kind blij, ouder met een gemengd gevoel blij (lees: opgelucht dat het drama over is).

Vanaf het moment dat je een kind hebt, valt het me op dat mensen nog sneller een oordeel over je kunnen vellen, direct en heel snel hun mening klaar hebben en soms aan je opdringen. Tja, kinderen doen nu eenmaal niet direct wat men sociaal wenselijk vindt, daar zijn het kinderen voor, gelukkig!

En jij, je kan niet anders dan kleur bekennen. Hopelijk je lievelingskleur!

Tja, het moederschap (ouderschap) gaat niet altijd over rozen of hemelhoge roze wolken maar zeker ook over de meest prikkende doornen en aardse regenwolken.

Maar als het over rozen gaat, dan wel over de allermooiste, meest geurende en kleurrijke rozen die je ooit gezien hebt!

 

© SaskiaMes-Born

 

Hoor wie klopt daar kind’ren……de zak van Sinterklaas?

 

Ik loop met de kinderwagen en peuterdochterlief naar huis. Opeens hoor ik wat. Klop, klop……KLOP, KLOP…. KLOPPERDEKLOP….. Het lijkt wel voor mij bedoeld. Nee dat zal wel niet, ik ken daar niemand in de buurt….. Ik loop door en hoor nog steeds het geklop… KLOPPERDEKLOP!!!!

Zou ik iemand die ik ken over het hoofd zien soms of zou het Zwarte Piet zijn? Ik besluit maar eens om te kijken..

Jammer genoeg geen Zwarte Piet voor het raam, wel een kale bleke man met woeste blik die hard bonst op het raam.

Ik werp direct een blik op mijn dochterlief die bij een auto staat. Aha….dat zal zijn auto zijn waar ze te dicht bij staat kennelijk. Ik roep haar direct. Die man – nog steeds hard bonzend, valt me nog mee dat de ruit er niet uitligt ;-)– kijkt me boos aan. Hij heeft een verwijtende blik in zijn ogen zo vanne: houd dat kind van je eens onder controle (alsof het een ding is op batterijen – weet je wel van die reclame van die duracel batterijen met die roze konijntjes – en je het aan en uit kan zetten en kunt programmeren wat wel en niet te doen. ……Euuh… nou NEE dus!).

Mijn dochtertje rent ondertussen verschrikt snel naar me toe.

Ze is banger voor die meneer dan voor zwarte piet (maar Zwarte Piet tikt dan ook zachtjes tegen het raam…).

 

De ik-weet-het-beter-dan-jij-en-bij-mij-gebeurt-dat-noooooooooit-mensen

 

Ken je ze ook die mensen die alles beter weten dan jij? Nu geeft het nog niet als het over algemene onderwerpen gaat (oké, irritant misschien). Maar…dat ze hun mening opdringen en over jouw leven vertellen wat JIJ moet doen, vind ik echt niet gepast.

 

Ook zijn er onder die mensen natuurlijk moeders. Onlangs kwam ik een moeder tegen die vroeg hoe het met mijn kleinste aanwinst ging. Dus ik vertelde dat het goed ging en dat we langzamerhand ons ritme aan het vinden zijn. “Ritme? Ritme! Nou daar heb ik anders helemaal geen last van gehad met mijn 2 kinderen!” Oké, zuchtte ik.” JA…” gaat ze verder. “Ik snap dat niet hoor, ritme vinden. Vriendinnen van mij hadden het daar ook over. Nou, ik niet hoor “ zegt deze moeder vastberaden! Oké – dacht ik bij mezelf met mijn je-kan-van-elkaar-leren-instelling – kom maar op dan met die nuttige tips! Maar nee, de gouden tip bleef uit.

 

Of een andere moeder die het best-pittig-met-2 kinderen- gesprek oppikte dat ik had met een andere moeder. “ Twee kleine kinderen, pittig?! Nee dat meen je niet, dat is toch een eitje, makkie, niks aan, doe je toch effe….” Uuuuh…vind het eigenlijk wel pittig, stamelde ik.

Maar ze vervolgde haar monoloog belerend: “Moeilijk? Topsport? Welneeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee bij mij niet hoor! “ Oké, bij jou niet, kom op dan met die gouden tips, dacht ik. Maar nee, ik kon wachten tot ik een ons woog, wederom bleven de gouden tips uit!

 

De moeder met wie ik in gesprek was die pas haar eerste kindje had gekregen en ietswat onzeker was (zeer begrijpelijk) en snakte naar tijd voor zichzelf (erg herkenbaar!!!), durfde nu helemaal niks meer te vertellen.

 

Oké mijn kids geven energie voor twee, maar trekken het er ook weer uit ! Of heb je net de ene van een schone broek voorzien en denk je nu ga ik even zitten, maar dan……… loopt de andere weer stinkend rond en is er direct weer werk aan de winkel .

 

Maar toch, het moederschap vind ik het allermooiste wat er is!!! En hoe je moedert moet je lekker zelf weten, het is gelukkig een vrij beroep ;D

En trouwens…. dat geldt toch met alles in het leven; je bent zelf de regisseur van je eigen leven!

 

 

 

©Saskia Mes-Born